Ecomondo 2025
De haalbaarheid van een koolstofarme productie

Tijdens de Ecomondo 2025-conferentie in Rimini stonden de toekomst en de transitie van de Europese staalindustrie centraal. Vooral de vraag hoe realistisch en economisch haalbaar een koolstofarme productie is, domineerde de discussies. De sector bevindt zich midden in een van de meest ingrijpende industriële omschakelingen ooit, waarbij technologische vooruitgang, energiezekerheid en competitiviteit hand in hand moeten gaan.
Een structurele industriële omslag
De Europese staalindustrie werkt aan meer dan enkel emissiereductie: ze bevindt zich in een volledige hertekening van haar productiesystemen. Technologie, energieaanvoer, financieringsmodellen en marktstructuren worden tegelijk herbekeken. Die brede transformatie maakt de omslag zowel noodzakelijk als complex, zeker voor een sector die traditioneel met lage marges en trage investeringscycli werkt.
Een wereldwijde race naar koolstofarm staal
Intussen bevindt ruim 80% van de wereldwijde staalproductie zich in landen die een klimaat- of koolstofdoelstelling hebben vastgelegd. De EU mikt op klimaatneutraliteit tegen 2050, terwijl ook de VS, Japan en Zuid-Korea soortgelijke trajecten inzetten. China en India versterken hun koolstofmarkten en ontwikkelen eigen standaarden voor “groen staal”. Enkel landen als Rusland en Iran blijven buiten deze internationale decarbonisatieroute. Dit onderstreept dat de transitie niet enkel Europees, maar duidelijk geopolitiek en economisch bepaald is.
Drie pijlers van de transitie
De transitie rust op drie kritische pijlers: technologie, energie en grondstoffen. Volledig koolstofvrije productieoplossingen zijn nog niet industrieel volwassen en blijven duurder dan traditionele processen. De vervanging van hoogovens door elektrische boogovens zal leiden tot een sterke stijging van de elektriciteitsvraag — die duurzaam én betaalbaar moet zijn. Tegelijkertijd is de ontwikkeling van een groene waterstofketen essentieel, maar bevindt zich nog in de beginfase. Aan de grondstoffenkant is de beschikbaarheid van hoogwaardig ijzererts en kwalitatief schroot beperkt, wat de concurrentie voor hulpstoffen kan versterken en het prijsverschil tussen conventioneel staal en laagemissie staal kan vergroten.
Investeringen en regelgevend kader
De geschatte investeringsbehoefte voor een volledige decarbonisatie van de Europese staalindustrie bedraagt € 60 tot € 85 miljard. Voor een sector die al jaren worstelt met lage rendabiliteit is dat een aanzienlijke drempel. Daarnaast vrààgt de industrie om een stabiel, voorspelbaar beleidskader. Snelle aanpassingen in Europese emissieregels en CO₂-rapportering zorgen vandaag voor onzekerheid, net op het moment dat bedrijven langetermijninvesteringen moeten nemen.
Circulair staal als directe hefboom
Recycling vormt een van de meest inzetbare instrumenten om emissies te verlagen. In Italië toont de recyclage van staalverpakkingen hoe circulariteit meteen rendeert: tussen 2000 en 2024 werd er voor meer dan € 1,4 miljard aan materiaal gerecupereerd, goed voor een besparing van ruim 500 miljoen kilogram CO₂. Een circulair model vermindert de druk op primaire grondstoffen en ondersteunt meteen de Europese klimaatdoelstellingen.
Conclusie:
- De transitie is duidelijk in gang gezet, maar gaat gepaard met onzekerheden. De uitdaging is niet enkel het produceren van ‘nul-emissiestaal’, maar het uitbouwen van een industrieel model dat op lange termijn competitief blijft — waarbij groei, milieudaadkracht en energiezekerheid in balans worden gebracht.
