METVICO ZET NIEUWE STAP IN ONTWIKKELING

INVESTERING IN OKUMA-DRAAI-FREESCENTER
LAAT MEER COMPLEXITEIT TOE

Meer dan twee jaar geleden waren we op bezoek bij Ewout, een twintiger die de eerste stappen zette aan het hoofd van een eigen verspaningsbedrijf, Metvico. Vandaag keren we terug naar Herne omdat de nieuwbakken ondernemer dichter staat bij het waarmaken van een van zijn ambities: het aankunnen van elke graad van complexiteit. De investering in een Multus B250 II-draai-freescenter van Okuma heeft namelijk de deur geopend naar complexere componenten binnen het segment van precisieonderdelen. Het enige dat nu nog rest, is het machinepark verder automatiseren en nóg complexere opdrachten binnenhalen.

Service blijft cruciaal

Wat toen gold, is vandaag nog altijd waar: Metvico, waarvan de eerste bouwstenen toch al een tiental jaar geleden werden gelegd, besteedt heel veel aandacht aan service. En dat moet je breed opvatten. Service heeft betrekking op het bieden van een goede kwaliteit – uiteraard – maar evenzeer gaat het om een snelle, stipte levering. Als het moet, wordt daarvoor de klok rond gewerkt, ook in het weekend. Naast kwaliteit is flexibiliteit in de ogen van Ewout misschien wel de belangrijkste troef van een kleiner verspaningsbedrijf ten opzichte van collega’s met een personeelsbestand van pakweg vijftig en meer, die daardoor doorgaans wat logger zijn. En dus wordt die troefkaart volop uitgespeeld.

Ewout: “Gemiddeld moet je rekenen op een levertermijn van twee weken, maar voor depannages of heel dringende stukken kan dat ook morgen. Dan gooien we zonder morren de planning en machine-instellingen om. De programmering gebeurt aan de machines zelf en bovendien telt ons machinepark nog een aantal conventionele en teach-inmachines, die zich uitstekend lenen voor snelle omschakelingen, beter alleszins dan onze draaibanken met een barfeeder. Die laten we om voor de hand liggende redenen in de mate van het mogelijke ongemoeid. De vraag is alleen: hoeveel klanten kan je op die manier bedienen? Dat is een moeilijk evenwicht en het vraagt ook van de klanten een zekere vorm van commitment.”

Geleidelijke groei

Twee jaar geleden kreeg Ewout, afhankelijk van de drukte, steun van een dynamisch team van halftijdse krachten en interims. Vandaag werken bij Metvico vier voltijdse werknemers. Dat geeft niet alleen blijk van een gezonde ambitie maar ook van een geleidelijke groei. Vandaag is Metvico geëvolueerd naar een professionele no-nonsense toeleverancier met enkele jonge medewerkers in dienst die een passie hebben voor techniek en die graag de hand aan de ploeg slaan. Dat is best opvallend, omdat zowat iedereen het moeilijk heeft om jonge, gemotiveerde werknemers te vinden. Hoe slaagt Metvico daar dan wel in? Pieter, de broer van Ewout die een twee jaar geleden de firma vervoegde en zich voornamelijk bezighoudt met de uitbouw en verdere professionalisering, legt uit: “Ook voor ons is dat geen gemakkelijke zoektocht, maar als je er de tijd in stopt om actief langs te gaan in scholen en de moeite neemt om de jonge generatie aan te spreken via de sociale media (Instagram, Facebook …) en een frisse website, dan is er altijd wel eentje die de microbe te pakken krijgt. Daarna komt het erop aan de job zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Dat doe je in de eerste plaats door ze verantwoordelijkheid te geven en door voor afwisseling te zorgen. Elke operator beschikt bij ons weliswaar over zijn eigen machines, die hij ook zelf programmeert, maar dat betekent niet dat je een operator telkens hetzelfde type stukken moet laten maken waar hij na een tijdje helemaal geen uitdaging meer aan heeft. Haal hem af en toe eens uit zijn comfortzone en doe hem meedenken. Daarnaast moet je natuurlijk ook voor een aangenaam werkklimaat en een interessant loonpakket zorgen.”

Complexe stukken

Ook als je naar het machinepark kijkt, zie je een evolutie: vertrekkend van drieassige conventionele en teach-inmachines, over machines met vier assen en aangedreven gereedschap, wordt met de Multus B250 II van Okuma nu een tweede keer geïnvesteerd in een complexere machine, na de UMC750SS van Haas. Dit keer werd er gekozen voor een vijfassig draai- en freescenter met werkstukovername. Die zal niet alleen de nauwkeurigheid opschroeven (doordat de stukken in één klemming kunnen worden afgewerkt), het feit dat de overname nu automatisch gebeurt via de sturing vergemakkelijkt de programmering aanzienlijk.

Ewout: “Dit is een belangrijke stap omdat we altijd al wilden evolueren naar de wat complexere stukken. De instapmodellen van een draaibank of een freesmachine zijn qua kostprijs zeer toegankelijk, zodat de concurrentie in de basisstukken almaar groter wordt. Zodra de complexiteit stijgt, kun je je toch makkelijker onderscheiden. Dat geldt al helemaal voor het vijfassig simultaan werk, iets waar we op termijn naartoe willen evolueren, al zal die stap voor onze manier van werken nog een grotere aanpassing betekenen, aangezien programmeren aan de machine dan onmogelijk wordt.”

Multus B250 II

Strategisch en voor de toekomst van Metvico is de sprong naar een hogere graad van complexiteit van groot belang. Bijgevolg moest dus ook de machinekeuze meteen raak zijn. Sowieso zou het wennen zijn, omdat men voor de eerste keer buiten het gamma van Haas zou gaan shoppen. Dat betekent dus ook een andere sturing, iets waar Ewout wel wat bevreesd voor was. Uiteindelijk viel de keuze op de Multus B250 II van Okuma, met de optie van een subspindel. Werner De Keersmaecker, vertegenwoordiger bij Gelderblom, de verdeler van Okuma in België, overloopt even de belangrijkste technische aspecten. “Naast het à la carte gamma hebben we hier gekozen voor een pakket­machine. Deze is standaard uitgerust met 40 tools en een 10” klauwplaat. De Multus B250 II heeft een bereik in de y-as van 200 mm. Typisch voor Okuma is de hoge thermische stabiliteit van de machine, wat de nauwkeurigheid verhoogt. Een ander technologisch hoogstandje op het vlak van software is het Collision Avoidance Systeem. In combinatie met de OSP-dialoogsturing is het systeem in staat de geprogrammeerde bewerking te simuleren en eventuele botsingen op voorhand te detecteren.” Al deze aspecten bovenop de hoge stabiliteit van de machine door de zware uitvoering deden de balans in het voordeel van Okuma overhellen. De compacte uitvoering gaf uiteindelijk helemaal de doorslag omdat de beschikbare vloeroppervlakte bij Metvico beperkt is. De machine van een concurrerende machinefabrikant kon bijvoorbeeld niet eens worden geplaatst.

Evaluatie

Hoewel het nog vrij vroeg is, want de machine staat er nog niet zo heel lang, heeft Ewout alleen maar lovende woorden voor zowel de machine als de service geleverd door Gelderblom. “De samenwerking verloopt ideaal, de communicatie vlot. Op twee weken tijd werd de machine operationeel gemaakt, scholing inclusief. De sturing is zeer efficiënt en heb je in korte tijd onder de knie. En als er zich toch een probleempje voordoet dat ik nog niet kan oplossen, kunnen de specialisten van Gelderblom dankzij de open sturing makkelijk overnemen. Eigenlijk heb je met de OSP een heus CAM-systeem op de machine beschikbaar met verschillende voorgeprogrammeerde cycli zoals het schillenfrezen. Op die manier bespaar je veel tijd. De automatische werkstukovername schilt qua programmatie ook een slok op de borrel.”

Toekomst

Dankzij deze investering heeft Metvico een serieuze stap vooruit gezet. Afhankelijk van de bezetting van de machine kan er zelfs worden nagedacht over een automatische be- en ontlading, al zal dat waarschijnlijk worden gerealiseerd in de nieuwe loods. Want de huidige locatie wordt stilaan wat krap.

De machine is er in ieder geval al op voorzien. Verder wil men de principes van Indus­trie 4.0 gaan implementeren, zonder daarbij te overdrijven. Tot slot pleit Pieter voor meer samenwerking, bijvoorbeeld met grotere verspaningsbedrijven die de flexibiliteit van een kleine toeleverancier als Metvico ongetwijfeld goed kunnen gebruiken. “Wij werken nauw samen met een plaatbewerkingsbedrijf zodat we een totaalpakket kunnen aanbieden; wij besteden het plaatwerk aan hen uit en omgekeerd sturen zij ons het verspaningswerk. Een dergelijke samenwerking zou ook met verspaningsbedrijven moeten lukken, zodat we elkaars drukke en minder drukke perioden kunnen opvangen.”